Hoe geestelijke verzorging van betekenis kan zijn voor iemand met dementie
De collega’s van Viattence Vitaal helpen ouderen bij het zo lang mogelijk vitaal blijven, zowel fysiek als mentaal. Ons team bestaat uit verschillende specialisten die alles weten van de veranderingen en uitdagingen die horen bij het ouder worden. Zo ook Egbertina, Geestelijk verzorger bij Viattence. Zij deelt hoe geestelijke verzorging, persoonlijke aandacht en warmte kan helpen bij het verwerken van prikkels voor iemand met dementie.
Op een maandagmiddag ga ik naar één van de woongroepen die onder mijn hoede vallen. Ik ben door medewerkers van het zorgteam gevraagd een mevrouw te bezoeken die door haar dementie soms erg boos en zelfs agressief kan zijn. Eenmaal op de woongroep aangekomen, loop ik eerst naar de zorgcollega's. Zo weten ze dat ik aanwezig ben en waarvoor ik kom. Op zo’n moment vraag ik hoe het op de woongroep gaat en hoe het met mevrouw is. Een collega vertelt me dat er deze ochtend een incident is geweest. Mevrouw is nu rustig aanwezig, maar enkele uren geleden was ze agressief geweest. Ik vraag waar ze is en of het goed is dat ik naar haar toe ga. Mevrouw is in de woonkamer aanwezig is en ik mag naar haar toe.
Het is de eerste keer dat ik mevrouw zie, dus ik stel mij aan haar voor. Ze glimlacht en noemt haar achternaam. Ik vraag of ik bij haar mag gaan zitten. Dat mag en ik pak een krukje uit de keuken. Mevrouw reageert op alles in haar omgeving. Ik probeer haar te volgen en leg uit wat er om haar heen gebeurt. Prikkels kunnen anders binnenkomen bij mensen met dementie. Het kan voor hen lastig zijn om te filteren. Het kan dan fijn zijn dat ze geholpen worden met het duiden van de prikkels.
Loopt die meneer mijn kant op? Ik hoor een piepje, is dat voor mij? Wie roept mij? Waarom gaat het licht aan? Waarom staat ze daar? Wie is dat toch?
Als de omgeving vertrouwder aanvoelt, lukt het soms om de aandacht meer op zichzelf of de gesprekspartner te richten. Dit gebeurt ook bij deze mevrouw. Na een tijdje zie ik dat ze plukt aan de losse haren op haar trui. ‘Ze vallen allemaal uit, sodemieter op’, zegt ze. Ik vraag haar of ze dat vervelend vindt. ‘Zo hoor je er toch niet bij te zitten, klootviool’. Ik vraag haar of ik de losse haren weg mag halen. ‘Ga je me plukken?’, grijnst ze. ‘Ja, ik ga je plukken’, grijns ik terug. Al ‘plukkend’ praten we verder. Het gaat over haar haren, haar dochters haren, over alles dat minder wordt en niets meer hetzelfde is.
‘Was ik maar dood’, zegt ze na een tijdje. Ik kijk naar haar en vraag: ‘Is er veel van u afgepakt?’ ‘Nee’, zegt ze, ‘zo is het leven, van mij hoeft het niet meer’. Het gesprek gaat verder over haar leven, wat ze allemaal gedaan heeft, waar ze van genieten kon en wie ze mist. Ze vertelt dat haar dochter vanmiddag komt en dat ze dat fijn vindt. We sluiten af met de afspraak dat ik over 2 weken weer langs kom om bij te praten. Ik zwaai naar haar als ik weg ga, ze zwaait niet terug. Haar aandacht richt zich weer op de omgeving. Ze kijkt, praat, luistert, fronst en plukt. We hebben een kort momentje van aandacht gedeeld en nu neemt de dementie het weer over. Dag dame, tot over twee weken. Dan kom ik je weer opzoeken.
Na het gesprek loop ik naar een zorgcollega. Ze geeft aan dat het fijn is dat mevrouw een moment van aandacht heeft kunnen ontvangen. Ze vindt het jammer dat ze daar zelf weinig tijd voor heeft. Het helpt haar om te weten dat een klein moment van aandacht, voor een korte periode het vertrouwd maken van de omgeving al een wereld van verschil kan maken bij mensen met dementie. Zo kunnen we samen steeds meer passende zorg bieden voor onze bewoners.
In verband met de vertrouwelijkheid van persoonsgegevens is dit verhaal geanonimiseerd.